Wouter Beekers is per 1 april waarnemend directeur-bestuurder van SVWN. Hij volgde Claudia Siewers op die vier jaar leiding gaf aan de visitatiestichting. Een dubbelinterview over de ontwikkelingen in de sector en bij SVWN, de waarde van visitatie en een blik op de toekomst.
Claudia, hoe kijk je als directeur-bestuurder terug op de afgelopen vier jaar?
‘Mijn start bij SVWN was net na de uitbraak van corona. De eerste twee jaar voerde ik alleen online gesprekken. Mijn doel was om visitatie dichterbij de corporatie te brengen, passend bij wat een corporatie nodig heeft, in de lokale context. Zo kunnen corporaties in de nieuwe methodiek nu bijvoorbeeld zelf hun leervragen opstellen. Visitatie is elke vier jaar verplicht, maar het moet voor de corporatie ook vanzelfsprekend zijn. Het is een instrument om te leren en om de prestaties te verbeteren. Doe je de goede dingen? Die vraag moet altijd centraal staan, niet alleen tijdens de visitatie. Daar heb ik mij steeds hard voor gemaakt.’
Wouter, wat is jouw motivatie om als waarnemer aan de slag te gaan?
‘Ik ben opgegroeid in een sociale huurwoning. Ik ben gepromoveerd op de geschiedenis van de volkshuisvestingsbeweging. De corporatie is een maatschappelijke organisatie met een brede opgave. Van stenen stapelen tot verduurzaming van woningen en leefbaarheid in de wijken. Hoe veranker je je als corporatie in de maatschappij, hoe voer je op een goede manier gesprekken met de gemeente, de huurders en andere maatschappelijke organisaties? Hoe kan je je hierin verbeteren? Visitatie is een instrument om verantwoording af te leggen, maar vooral om stil te staan bij de vraag: doen we de goede dingen voor de mensen om wie het gaat? Daar zet ik mij graag voor in.’
De maatschappelijke opgaven voor corporaties zijn groot. Wat kan visitatie concreet bijdragen?
Wouter: ‘Visitatie is geen rigide verantwoordingsinstrument met een rapportcijfer, maar een middel om te leren en te verbeteren. Daarin zijn de afgelopen jaren goede stappen gezet. Het gesprek met lokale partners, over de goede dingen doen, over de dilemma’s die bij elke corporatie spelen, daar gaat het om. De opgaven zijn immens, zo weet ik uit mijn tijd bij Woonbron, meer bouwen, betaalbaarheid, verduurzaming, leefbaarheid. En niet alles kan. Hoe je maak de goede keuzes, en hoe kan je je daarin verbeteren? Dat is voor mij de waarde van visitatie.’
Wordt visitatie voldoende op waarde geschat?
Claudia: ‘Ik heb veel tijd gestoken in gesprekken met corporaties, vooral om ze te vragen wat ze nodig hebben. Een belangrijk winstpunt is dat corporaties, en ook huurders, nu vooraf hun leervragen kunnen opstellen. Dat vinden veel corporaties een positieve ontwikkeling. Ik bespeur bij een enkele directeur nog weerstand. Ik vermoed dat er angst is voor een beoordeling. Maar het gaat, zoals gezegd, niet om een rapportcijfer. Sommige corporaties beginnen, in de waan van de dag, te laat met de visitatie. Dat vind ik zonde. Het is juist een goed moment voor zelfreflectie. Neem er de tijd voor.’
SVWN richt zich in de communicatie niet alleen op corporaties. Wat wil de stichting bereiken?
Claudia: ‘De communicatie voor huurders en gemeenten is laagdrempelig, de informatie, zoals op de website, is toegankelijk geschreven. We sturen een nieuwsbrief aan huurders en houden gratis bijeenkomsten voor huurders. Die communicatie vind ik belangrijk: zo kunnen huurdersorganisaties en gemeenten – net als corporaties – een bestuurlijke reactie geven op het visitatierapport, dan moeten ze wel goed geïnformeerd zijn. Voor toezichthouders van corporaties is het visitatierapport net zo goed waardevol. Zij zijn vooral afhankelijk van informatie van de bestuurder. Door de visitatie krijgen ze een ander inkijkje in hoe het gaat, wat er beter kan.’
Wouter: ‘Zeker. Het moment van reflectie is voor deze doelgroepen net zo waardevol. Van onze kant vraagt dat om aanhoudend zendingswerk, naar alle partners.’
Hoe is de samenwerking met de Autoriteit Woningcorporaties?
Claudia: ‘We hebben een duidelijke visie op onze samenwerking, die we in een overeenkomst hebben vastgelegd. We zitten elkaar niet in de weg, zo maken we gebruik van elkaars openbare gegevens. Er is geen concurrentie, we versterken elkaar juist.’
Wouter: ‘In de volkshuisvesting heb je de harde kant van verantwoording, bijvoorbeeld door de Autoriteit, en de zachte kant: doen we de goede dingen voor de huurders? Dat sluit mooi op elkaar aan.’
Met een blik naar de toekomst: wat willen jullie nog kwijt?
Wouter: ‘Ik ga in gesprek met onze stakeholders over hoe we visitatie nog beter kunnen inzetten. Ik denk daarnaast graag na over of wij een rol kunnen spelen in het publieke debat. Door meer transparant te zijn, te vertellen wat we als corporaties doen voor de samenleving. Maar ook door inzicht te geven in de dilemma’s en de keuzes die we maken. Ik vind het debat over de volkshuisvesting soms te smal, het gaat vooral over de vraag of we wel genoeg doen. Ik vind dat we landelijk samen het open gesprek moeten voeren.’
Claudia: ‘We moeten het verhaal achter de cijfers vertellen. Goed kunnen uitleggen waarom iets niet lukt. Gaan we de 900.000 extra woningen halen? Dat is de vraag die steeds wordt gesteld. Maar wat waren de dilemma’s, welke keuzes hebben we gemaakt, hoe werken we goed samen met onze lokale partners? Daar moeten samen het gesprek over voeren. En daar kan visitatie zeker bij helpen. Ik ben verheugd dat Wouter Beekers hiermee verder aan de slag gaat.’
Tekst: Lisette Vos