Waar werkte u 12,5 jaar geleden?
“Ik werkte toen bij het OTB de onderzoekstak van de TU Delft, die inmiddels is opgegaan in de faculteit Bouwkunde.”
Wat is voor u de toegevoegde waarde van het instrument visitatie?
“De toegevoegde waarde is dat er niet veel momenten zijn waarop een corporatie in de spiegel kijkt én daar ook scherp kan zijn. Visitaties bieden die mogelijkheid.”
Hoe zou visitatie zich moeten ontwikkelen?
“Ik zou graag zien dat de sector zich meer eigenaar voelt van de methodiek. Het is nog beter als visitatie verankerd is in de eigen bedrijfsvoering. Dat zou ook kunnen door de visitatie in de tijd te spreiden, bijv. door het deel Governance aan te laten sluiten bij de zelfevaluatie van een RvC. Of door het deel over Presteren volgens Belanghebbenden aan te laten sluiten bij de stakeholdergesprekken voor het Ondernemingsplan. In 2012 schreef ik voor SVWN, samen met enkele TU Delft collega’s, een rapport over 5 jaar corporatievisitaties, ‘Balanceren tussen verantwoorden en leren’. Daar concludeerden wij onder andere dat visitatie als te vrijblijvend wordt ervaren. Door de wettelijke verplichting is dat wel veranderd. Maar wat doen wethouders met het visitatierapport? Er gebeurt nog te weinig met visitatierapporten. Ik ben ook lange tijd visitator geweest bij de Vlaamse woningcorporaties. Daar wordt niet met cijfers gewerkt, maar met kwalitatieve labels. Ik merk in de praktijk dat het geven van een cijfer door belanghebbenden toch lastig gevonden wordt. Soms een beetje ongemakkelijk. Achter de schermen van die beoordeling is het cijfer niet zo clean.”
Hoe is het visitatietraject bevallen?
“Als commissaris heb ik een paar visitaties meegemaakt. Het is voor een visitator goed om te ervaren hoe het aan de andere kant van de tafel is. Als commissaris wil je toch de corporatie beschermen. Dat is best spannend.”
Wat wenst u de jarige SVWN toe?
“Ik wens de SVWN meer waardering toe vanuit de sector.”