In een maatschappelijke visitatie krijgen huurders, gemeenten en overige belanghebbenden uitdrukkelijk de gelegenheid zich uit te spreken over het functioneren van de corporatie in de afgelopen vier jaar. Belanghebbenden geven hun oordeel over drie onderwerpen: (1) de maatschappelijke prestaties van de corporatie, (2) de relatie en wijze van communicatie met de corporatie en (3) de invloed op het beleid van de corporatie. Daarnaast kunnen de belanghebbenden verbeterpunten aandragen. Uit een analyse van Stichting Visitatie Woningcorporaties Nederland (SVWN) blijkt dat de corporaties en de belanghebbenden elkaar steeds meer weten te vinden.
De belanghebbenden zijn over het algemeen tevreden over het maatschappelijk presteren en het functioneren van de woningcorporaties. De gemiddelde beoordeling over 2019 (99 visitatierapporten) ligt op alle onderdelen op of boven de 7,2. Het algemene beeld is dat er vanaf 2015 op elk onderdeel een stijgende lijn zichtbaar is, vooral op het gebied van ‘relatie en communicatie’ en ‘invloed op beleid’. Opvallend is dat de tevredenheid van de belanghebbenden van kleine corporaties aanzienlijk groter is dan die van belanghebbenden van grote corporaties.
Hoe kleiner hoe beter de relatie met belanghebbenden
Kleine corporaties worden door de belanghebbenden beter beoordeeld dan de grote(re) corporaties. Het is met name opvallend dat de beoordeling van de grootste corporaties met een 7,0 weliswaar ruim voldoende is, maar meer dan een half punt lager ligt dan de beoordeling van de kleinere corporaties.
Hetzelfde beeld is zichtbaar op de verschillende onderdelen. De kleinste corporaties krijgen op alle gebieden de hoogste beoordeling van de belanghebbenden. De relatie en communicatie wordt door de belanghebbenden hoger gewaardeerd dan de overige onderdelen. Op het onderdeel invloed op beleid is zichtbaar dat de grote corporaties (L, XL) lager beoordeeld worden dan de corporaties in de overige grootteklassen.
Betere samenwerking tussen corporaties en belanghebbenden
De belanghebbenden zijn tevreden over de mate waarin ze invloed hebben op het beleid van de corporatie. In 2019 werden de corporaties gemiddeld met een 7,3 beoordeeld en heeft 93% van de corporaties een 7 of hoger gekregen. Dit is aanzienlijker meer dan het gemiddelde over de jaren 2014-2018 (70%).
Huurders beoordelen de corporaties gemiddeld met een 7,3. De uitwerking van de Woningwet is hier het meest duidelijk zichtbaar. Zowel de relatie en communicatie als de invloed op het beleid van de corporatie is na de invoering van de Woningwet versterkt. Onder andere doordat de huurders een formele plek aan tafel hebben gekregen en, bij de beter scorende corporaties, doordat de input die ze geven voor het corporatiebeleid en de prestatieafspraken serieus genomen wordt. Niet alle adviezen hoeven te worden opgevolgd, zolang de corporatie maar onderbouwt en uitlegt waarom ze bepaalde keuzes maakt. Als er kritiekpunten zijn van de huurders dan hebben deze voornamelijk betrekking op het moment waarop ze bij de keuzes worden betrokken: als het beleid al vaststaat. Daarnaast krijgt men regelmatig het idee dat er weinig met de adviezen wordt gedaan. In verschillende recente visitatierapporten wordt echter ook opgemerkt dat er binnen het laatste deel van de visitatieperiode een verbetering heeft plaatsgevonden. Omdat de visitatie een periode van 4 jaar beslaat is het mogelijk dat deze ontwikkeling zich nog niet heeft geuit in de beoordelingen.
Gemeenten waarderen het als er op verschillende gebieden samen opgetrokken wordt, als er wordt gevraagd – en geluisterd – naar elkaars mening en/of ideeën. Zij geven een gemiddeld een 7,2 in 2019. De gemeenten zien graag dat het beleid van de corporatie wordt aangesloten op de lokale opgaven, waarbij de woonvisie wordt gebruikt als leidraad. Als inhoudelijke verschillen van inzicht zeer moeizaam of niet overbrugd kunnen worden, leidt dit in een aantal gevallen tot frictie tussen de corporatie en de gemeente(n). Gemeenten hechten waarde aan een goede wederzijdse relatie, zowel op bestuurlijk als ambtelijk niveau. Het is belangrijk dat er open communicatie is met de corporatie, waarbij zowel positieve als negatieve punten over en weer benoemd mogen worden, zolang de insteek positief kritisch is.
Beoordeling huurders laat grotere spreiding zien
Het oordeel van de huurders over het presteren van de corporaties laat een grotere spreiding zien dan de beoordeling van de gemeenten en overige belanghebbenden. De huurders geven de meeste hoge scores (9+), maar ook de meeste lage scores (6-). De voornaamste oorzaak hiervoor ligt in het feit dat de huurders het dichtst bij de corporatie staan. Zij ervaren het direct in hun woonomgeving als een corporatie goed presteert en duidelijk communiceert. Tegelijk hebben ze er ook als eerste last van als het functioneren van een corporatie te wensen over laat. Gemeenten en overige belanghebbenden staan wat meer op afstand.
Beoordeling van de prestatieafspraken
Over het algemeen wordt de kwaliteit en het proces van de totstandkoming van de prestatieafspraken goed beoordeeld door de belanghebbenden. Voor de huurders geldt dat ze het belangrijk vinden dat de input die ze leveren wordt meegenomen in de overwegingen die de corporatie maakt en dat er duidelijk wordt onderbouwd waarom er bepaalde keuzes worden gemaakt.
Ook gemeenten vinden de prestatieafspraken en het proces daaromheen over het algemeen goed verlopen. Wel geven ze regelmatig aan dat er nog veel te winnen is als de communicatie, overlegvormen en betrokkenheid van de partijen kan worden verbeterd. Dit vereist echter meer inzet van menskracht, aan de kant van de corporatie, de huurdersorganisatie(s) en de gemeente zelf. Daarnaast is de rolverdeling tussen gemeente en corporatie niet in alle gevallen duidelijk. Dit kan in veel gevallen worden weggenomen door vooraf de verwachtingen en uitgangspunten te delen.
Claudia Siewers, directeur SVWN: "De huurders krijgen een steeds belangrijkere plek aan de tafel. Die ontwikkeling is goed nieuws. Dat wil niet zeggen dat het einddoel bereikt is, maar de corporaties zijn op de goede weg. Het verschil tussen grote en kleine corporaties is opvallend. Ik hoop dat corporaties op dit punt van elkaar kunnen leren.
Frederique Westenberg, beleidsmedewerker Woonbond: "Mooi om te zien dat het oordeel van belanghebbenden over de prestaties van corporaties op alle prestatievelden een stijgende lijn laat zien. Zoals in de analyse duidelijk wordt, is de spreiding in de scores van huurders groter dan van andere belanghebbenden omdat de huurders van alle belanghebbenden het dichtst bij de corporatie staan en de gevolgen van beleidskeuzes en het presteren van de corporatie direct voelen. We (De Woonbond) rekenen er dan ook op dat de corporaties die relatief laag scoorden volgens de huurders hard aan de slag zijn gegaan met het verbeteren van de relatie met de huurders(organisatie) en de participatie. Daar biedt een visitatierapport goede handvatten voor."
â–¶ Bekijk de infographic
â–¶ Lees de volledige analyse