Interview Paul Doevendans

Waar werkte je 12,5 jaar geleden?

“Ik werkte 12,5 jaar geleden bij de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV) als programmaregisseur Vernieuw(d) Maatschappelijk Ondernemerschap. In die hoedanigheid had ik het experiment ‘Maatschappelijke visitatie’ onder mijn hoede. In 2005 is het gestart en in 2008 was de SEV klaar met de experimentele ontwikkeling van de eerste versies van de methodiek, versie 3.0 bij oplevering in 2009. Tot de oprichting van SVWN hebben Auditraad en SEV het zaakwaarnemerschap vervult en vervolgens is het stelsel en de methodiek aan SVWN overgedragen.”

Wat is voor jou de toegevoegde waarde van het instrument visitatie?

“Visitatie is een instrument van ‘leren door verantwoorden’. Het zet aan om het maatschappelijk presteren en functioneren van corporaties en hun partners te verbeteren. Verder biedt visitatie belanghebbenden de gelegenheid om iets te vinden van het presteren van de corporatie. Corporaties zijn als maatschappelijke organisaties in zekere zin van de samenleving en dan mag de samenleving er ook wat van vinden. Tot slot geeft visitatie corporaties de gelegenheid om zich te verantwoorden en zich daarmee te legitimeren. Waarom doe je de dingen die je doet, zijn dat de goede dingen en doe je die goed?”

Hoe is het visitatietraject bevallen?

“Ik heb in verschillende rollen rondom visitatie gewerkt: als visitator, als projectleider visitatie van corporaties, als adviseur om de visitatie voor te bereiden en vanuit SVWN als secretaris van het College van Deskundigen en als experimentenbegeleider. In de tijd dat ik als projectleider visitatie bij een corporatie werkte, is visitatie mij zeer goed bevallen. Want als je als corporatie wilt leren en verantwoorden, dan is visitatie top.”

Wat wens je de jarige SVWN toe?

“Ik wens SVWN ook voor de toekomst een instrument toe dat toegevoegde waarde en betekenis heeft voor corporaties, belanghebbenden, partners en de netwerken waarin zij zich begeven. Een instrument met maatschappelijke waarde, dat belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen kan stimuleren.”