Interview Alexander Luijten

Waar werkte jij 12,5 jaar geleden?

“Ik werkte bij Aedes. Ik heb bij Aedes meegedacht over het verantwoordings- en toezichtsregime voor corporaties, over de relatie tussen de overheid en corporaties, en over governance en visitatie. Het visitatiesysteem bestond toen ook al (als Raeflex), maar was op basis van vrijwilligheid. Raeflex was een soort van satellietorganisatie van Aedes, in hetzelfde gebouw, maar buiten Aedes. Ik was als secretaris ook betrokken bij de zogeheten Commissie Sas. Die commissie kwam met twee concrete aanbevelingen, namelijk dat corporaties een geactualiseerde governancecode moesten gaan hanteren én dat alle corporaties aangesloten bij Aedes, zich voortaan verplicht moesten laten visiteren. Men vond dat ze zich, zeker in het licht van de maatschappelijke discussie over corporaties, op een geobjectiveerde manier extern moesten verantwoorden over het maatschappelijk presteren.”

Wat is de toegevoegde waarde van visitaties?

“Ik ben inmiddels al even uit de sector, maar het is goed om te zien dat visitatie voor corporaties een vanzelfsprekendheid is geworden. Vanuit de gemeente is het waardevol dat er bij een stakeholder wordt nagegaan hoe de samenwerking is. Visitatie levert een perfecte bijdrage aan het verbeteren van de reputatie van corporaties. Als je wat gedaan wilt krijgen, moet je ook zelf de boel op orde brengen. Als ik kijk naar de positie van corporaties en de rol die zij kunnen spelen, is mede dankzij visitatie de verantwoording beter op orde dan ooit.”

Wat wens je de jarige SVWN toe?

“Een voorzetting van het succes van de afgelopen jaren. Visitatie was niet altijd vanzelfsprekend en het feit dat het nu vanzelfsprekend is, is een groot compliment.”