Toelichting visitaties vergeleken

Toelichting visitaties vergeleken

Voor een goed gebruik van de Visitatiebenchmark vindt u hier een toelichting op de navigatie in en de mogelijkheden van de benchmark en op de verschillen in de drie visitatiemethodieken.

1. Algemene toelichting op de navigatie

Als u op een perspectief klikt, ziet u in de onderste helft van het scherm de verdieping. In sommige gevallen is er nog een nadere verdieping, daar komt u ook door op het betreffende onderdeel te klikken. 

Opnieuw klikken op een perspectief maakt de selectie ongedaan.

Als u ineens staafjes mist in de grafiek kunt u proberen op te toets 'escape' te drukken op uw toetsenbord. Het scherm verversen kunt u met de functietoets F5 van uw toetsenbord.

Rechts onder in ieder scherm vindt u navigatiebuttons om terug te gaan naar het vorige scherm. U kunt ook navigeren met de 'tabbladen' bovenaan het scherm.

2. Mogelijkheden benchmark

Met de visitatiebenchmark kunt u verschillende vergelijkingen maken van de beoordelingen in cijfers van de visitaties:

1. Vergelijkingen tussen uw corporatie met de cijfermatige resultaten van de visitatie van:

  • Corporaties in dezelfde referentiegroep qua portefeuillesamenstelling (referentiegroep 1-10)
  • Corporaties in dezelfde referentieregio (indeling van Nederland in 40 corop-gebieden)
  • Corporaties in dezelfde woningmarktregio (de 20 recent vastgestelde woningmarktregio’s op basis van de Woningwet 2015)
  • Corporaties met dezelfde omvang (grootteklasse van XXS tot XL).

2. Vergelijking van de scorekaart van de meest recente visitatie van één corporatie en de vorige visitatie van deze corporatie. 5.0-1 staat voor de eerste keer dat een corporatie met methodiek 5.0 is gevisiteerd, en 5.0-2 voor de tweede keer met deze methodiek. 

3. Vergelijking van een corporatie met een aantal zelf te selecteren andere corporaties.

4. Vergelijking van de visitatiescores van alle corporaties in een bepaalde categorie. Dit is mogelijk per referentiegroep, referentieregio, woningmarktregio, grootteklasse en op jaar.
(Disclaimer: vooral bij grootteklasse geldt dat de samenstelling van de groep per jaar nogal verschilt. De verdeling over de verschillende klassen is in de verschillende jaren niet goed vergelijkbaar. In mindere mate geldt deze kanttekening ook voor de andere onderwerpen)

3. Toelichting verschil Visitatiemethodiek 4.0, 5.0 en 6.0 

Visitaties worden sinds 2011 uitgevoerd volgens een gestandaardiseerde visitatiemethodiek waardoor onderlinge vergelijking van de maatschappelijke prestaties van woningcorporaties mogelijk is.

Methodiek 4.0 – 2011 t/m medio 2014
Methodiek 5.0 – medio 2014 t/m medio 2019
Methodiek 6.0 – vanaf medio 2019

Voor alle methodieken geldt dat de visitatiecommissie de feitelijke maatschappelijke prestaties beoordeelt, haar oordeel motiveert op basis van het normenkader en gebruik maakt van een uniforme meetschaal met cijfers van 1 tot 10. Bij methodiek 5.0 én 6.0 ligt de nadruk nog meer op de verantwoording van de keuzes en het lerend vermogen van de corporatie en zijn er met dat doel ook een aantal toevoegingen gedaan aan het visitatieproces (position paper, recensie, bestuurlijke reactie, verbeterpunten).

Als het gaat om de cijfers kunnen we de verschillen tussen de methodieken als volgt samenvatten per perspectief:

Presteren naar Ambities: 

Methodiek 4.0:

- Er werd beoordeeld in hoeverre de corporaties heeft voldaan aan haar eigen ambities.

Methodiek 5.0 en 6.0:

- De commissie beoordeelt of de ambities van de corporatie passen bij de externe opgaven in het werkgebied en zo ja, wat de kwaliteit van de ambities is (qua verantwoording, betrekken van omgevingssignalen etc.).

Presteren naar Opgaven:

Methodiek 4.0 en 5.0:

- De maatschappelijke prestaties werden aan de hand van 6 vaste prestatievelden beoordeeld.

Methodiek 6.0:

- De maatschappelijke prestaties worden beoordeeld aan de hand van de prestatieafspraken die de corporatie heeft gemaakt met gemeenten en huurdersorganisaties.

Presteren volgens Belanghebbenden

Methodiek 4.0:

- Belanghebbenden beoordelen alleen de maatschappelijke prestaties van de woningcorporatie.

Methodiek 5.0:

- De belanghebbenden geven naast de maatschappelijke prestaties ook een oordeel over de relatie en communicatie met de corporatie en de invloed op het beleid van de corporatie.

Methodiek 6.0:

- De belanghebbenden beoordelen de maatschappelijke prestaties op basis van de gemaakte prestatieafspraken, niet meer op basis van de vaste prestatievelden.

Presteren naar Vermogen: 

Methodiek 4.0:

- Bij een voldoende scoort een corporatie een 7.

Methodiek 5.0:

- Het ijkpunt voor een voldoende is een 6 geworden omdat de samenleving steeds hogere eisen stelt aan corporaties.

- Financieel beheer wordt in methodiek 5.0 beoordeeld bij Governance.

- De onderdelen hebben financiële continuïteit en vermogensinzet nog maar 1 meetpunt.

Methodiek 6.0:

- De doublures met de Aw en WSW zijn uit de methodiek gehaald. De commissie beoordeelt alleen nog de vermogensinzet: de mate waarin de corporatie haar vermogen heeft ingezet voor de maatschappelijke prestaties en hoe ze dat kan onderbouwen.

Governance: 

Methodiek 4.0:

- Bij een voldoende scoort een corporatie een 7.

Methodiek 5.0:

- Het ijkpunt voor een voldoende is een 6 geworden omdat van alle corporaties verwacht mag worden dat ze daar minimaal aan voldoen.

- Externe legitimatie: de commissie beoordeelt niet alleen of de corporatie voldoet aan de eisen van externe legitimatie conform de Governancecode en de Overlegwet, maar ook of en hoe de corporatie openbare verantwoording aflegt.

Methodiek 6.0:

- Governance focust zich op de besturing van het maatschappelijk presteren en op de maatschappelijke rol van de RvC. De doublures met de Aw en WSW zijn uit de methodiek gehaald.

Terug naar "Visitaties vergelijken"

Contact

Vragen of suggesties? We komen graag in contact.
030 - 7210780
info@visitaties.nl
Of laat een bericht achter.

Vraag het Claudia

Vraag versturen